In gesprek met Cécile Servaes, kartrekker voor Méér Muziek in de Klas Lokaal Overijssel

In gesprek met Cécile Servaes, kartrekker voor Méér Muziek in de Klas Lokaal Overijssel

Schoolbestuurder als kartrekker | Twee Overijsselse regio's | actieve benadering

‘Ze moeten de passie in jouw ogen zien om het zelf ook te gaan voelen.’

Cécile Servaes (meest rechts op de foto) is voorzitter van het college van bestuur van Stichting Catent, een koepel van ruim dertig basisscholen in de provincies Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland. Sinds het begin van dit schooljaar is zij bovendien kartrekker voor Méér Muziek in de Klas Lokaal voor Salland en de Kop van Overijssel. Haar ambitie: muziekonderwijs duurzaam verankeren in de hele regio. Een gesprek over haar aanpak.

Coverbeeld: Roy Beusker
Leestijd: 3 min.

Cécile Servaes, kartrekker voor Méér Muziek in de Klas Lokaal

Waarom vind je muziek zo belangrijk?

‘Dat zit in mijn DNA, al van kleins af aan. Ik kom uit een nest waar muziek gestimuleerd werd: we zongen veel, al mijn broers en zussen bespelen een instrument. En daar ben ik altijd mee doorgegaan. Ik zing, zit in verschillende koren, speel piano. Vandaar ook dat ik die passie wil doorgeven. Je merkt wat muziek met je doet, wat voor plezier het geeft, hoe het verbindt, wat voor effect het heeft op jong en oud.’

Dus je promoot muziek ook binnen jullie eigen scholen?

‘Zeker! Bijvoorbeeld door te stimuleren dat leerkrachten om de twintig minuten in de les even iets doen met bewegen en muziek. Niet alleen omdat het plezier en verbinding geeft, maar ook omdat het een enorm effect heeft op het brein. Dat is merkbaar en meetbaar, dat weten we van het onderzoek van professor Scherder, maar ook bijvoorbeeld van dr. Zachary Walker, een Amerikaanse onderwijsinnovator. Die laatste heb ik daarom onlangs tweemaal uitgenodigd om te komen spreken voor al onze 500 medewerkers. Zodat ze ervaren hoe het werkt, hoe belangrijk het is, en ook heel praktisch: hoe je dat aanpakt, hoe je na twintig minuten even zo’n moment van onderbreking creëert.’

Ervaren jullie zelf ook die positieve effecten van muziek op school?

‘Absoluut! De kinderen hebben er lol in, en na zo’n kort moment met muziek hebben ze veel meer energie en concentratie om met het leerproces door te gaan. Leerstof blijft ook beter hangen als je het met muziek verbindt: of het nu de tafels zijn, of de dagen van de week of iets van geschiedenis, als je het vervat in een liedje, blijft het veel beter bij dan wanneer je het alleen laat opdreunen. Leren gaat sowieso makkelijker als je dat deel van de hersenen traint waar muziek ook een rol speelt. Dat is misschien niet meteen zichtbaar, maar wel meetbaar: als je kinderen regelmatig met muziek bezig laat zijn, dan zie je op den duur betere resultaten.’

‘Leerstof blijft beter hangen als je het met muziek verbindt. Of het nu de tafels zijn of iets van geschiedenis: als je het vervat in een liedje, blijft het veel beter bij.’

Lukt het de leerkrachten inderdaad om de gewenste aandacht aan muziek te geven?

‘Heel vaak wel. Mijn advies is: zet kleine stappen, maak het niet te moeilijk. Die discussie heb ik nog wel eens met mensen die vinden dat muziek structureel een vak moet zijn in het curriculum. Als dat kan, is het natuurlijk geweldig, maar ik ben al heel blij als het begint met die kleine momenten. En daar zijn leerkrachten zeker voor te motiveren.’

Je bent nu kartrekker voor Méér Muziek in de Klas Lokaal in Overijssel. Wat betekent dat?

‘Halverwege 2019 is het Muziekakkoord Drenthe getekend door schoolbesturen, overheden, culturele instellingen, pabo’s, conservatoria en muziekaanbieders. Alle partijen committeren zich aan meer en beter muziekonderwijs op de basisscholen in deze provincie. Ik was bij het akkoord betrokken vanuit onze scholen en zag hoe goed de kartrekker in Drenthe, wethouder Mirjam Pauwels, dat initiatief begeleidde. Toen heb ik aangeboden dat ik het stokje wilde overnemen om zoiets ook in Overijssel van de grond te krijgen. En dan speciaal in de Kop van Overijssel en Salland, omdat daar nog niet zoveel aandacht is voor muziek op school.’

Wat doe je als kartrekker?

‘Dat staat nergens zwart-op-wit, maar het is in elk geval géén bureaubaan. Hoe ik het doe is vooral: op mensen in mijn netwerk afstappen en bij hen het verhaal neerleggen over hoe belangrijk muziek is. Af en toe opbellen, of na een vergadering even vragen: heb je een paar minuten? Zo probeer ik steeds de juiste mensen bij elkaar te brengen in de hoop dat ze elkaar stimuleren: wethouders, beleidsmakers, schoolbestuurders en -directeuren, mensen van culturele instellingen. Ik denk wel dat je als kartrekker ook echt de passie voor het onderwerp moet uitstralen. In een vergadering geef ik soms zelf een voorbeeld en ga zingen met de groep, gewoon om te laten ervaren hoe makkelijk het kan zijn. Ze moeten de passie in jouw ogen zien om het zelf ook te gaan voelen.’

Welke resultaten zijn er geboekt in jouw eerste maanden als kartrekker?

‘Soms is er wat tijd nodig voordat de neuzen allemaal dezelfde kant op staan, maar in elk geval ziet iedereen nu het belang in van structureel muziek in de school brengen. In Salland hebben we al een ontzettend leuke en succesvolle brainstormsessie gehad. Dat heeft veel ideeën opgeleverd, naast gezamenlijke uitgangspunten over wat we de leerlingen in hun basisschooltijd minstens willen laten ervaren als het gaat om muziek. Die sessie was ook goed om te bepalen hoe we als verschillende partijen elkaar kunnen versterken, zonder dat bijvoorbeeld culturele instellingen het gevoel hebben dat scholen zich op hun terrein begeven.’

Kun je in Overijssel de aanpak van Drenthe kopiëren?

‘Nee, elke regio vraagt om een eigen aanpak. In Drenthe werkten we vanuit de onderwijsbestuurders: omdat die enthousiast waren, kregen we ook de leerkrachten mee. Maar bij de brainstormsessie in Salland was het onderwijs nog ondervertegenwoordigd. Dus daar moeten we aan werken. Over een paar maanden beleggen we een sessie waar we de leerkrachten uitnodigen, liefst met hun directeur erbij. Zodat we ze kunnen laten kennismaken met hoe laagdrempelig het kan zijn om muziek toe te passen in het onderwijs. Dus in deze regio werkt het beter om het initiatief meer van onderaf te laten groeien, meer vanuit de leerkracht geïnitieerd dan via de onderwijsbestuurders. En in de kop van Overijssel ligt het weer iets anders: daar werken we er nog aan om de neuzen één kant op te krijgen, zodat de gemeente, de onderwijsbestuurders en culturele instellingen vanuit dezelfde visie van start kunnen. Maar dat gaat zeker lukken.’

Leerkrachten hebben het druk … hoe krijg je ze mee voor dit initiatief?

‘Ten eerste denk ik dat schoolbestuurders een heel belangrijke voorbeeldrol hebben. Dat ze moeten uitstralen dat de brede ontwikkeling van kinderen ertoe doet, dat het om meer gaat dan alleen een stevige basis van taal en rekenen. Ten tweede is het belangrijk dat we leerkrachten en schooldirecties praktische handvatten bieden: hoe kun je dit morgen toepassen in de klas zónder dat het boven op je normale werk komt, zonder dat je iets heel nieuws hoeft te doen? En vergeet niet hoeveel plezier kinderen in leren krijgen en houden als je de koppeling naar muziek maakt. Plezier in leren, daar gaat het tenslotte om! Veel leerkrachten zijn bang dat ze feilloos moeten leren zingen, maar daar gaat het niet om … kinderen horen dat niet eens! Begin gewoon met een supersimpel liedje, een paar regels, een paar noten, dan heb je al heel veel bereikt. Wat de werkdruk betreft: sommige scholen zetten werkdrukgelden ook in om een paar uur per week een muziekleerkracht in te huren. Zo zet je de gelden in om de werkdruk te verlagen én de drempel voor de leerkracht te slechten. Hoe mooi is dat?’

‘In een vergadering geef ik soms zelf een voorbeeld en ga zingen met de groep, gewoon om te laten ervaren hoe makkelijk het kan zijn.’

Bekijk ook

  • Good Practices

  • Subsidieregeling Professionalisering Muziekonderwijs Pabo